2011: Tweeduizend en elf. Het ziet eruit als een jaartal op magere beentjes, maar als je't even anders bekijkt, heeft een elf wel vleugels. Daar willen wij alvast van uitgaan, want 2011 wordt de start van ons kersverse bureau Studio Spark.
Studio Spark is het nieuwe bureau van Bart Jansen, Tom Duhoux en Stefaan Vandist waarmee we organisaties helpen hun duurzame innovaties te ontwikkelen en te vermarkten. We zijn alvast gestart met leuke projecten in onder meer de vakantie-, landbouw-, evenementen-, verf- en retailsector. We hebben alledrie een heel ander pad bewandeld de afgelopen jaren, maar het was onze gemeenschappelijke visie rond duurzaamheid die ons heeft samengebracht onder één dak.
Om ons bureau en onze aanpak te leren kennen, neem gerust een kijkje op onze kraaknieuwe website: www.studiospark.eu
----------------------------------------------------------------- Studio Spark develops and markets sustainable innovations together with its clients. We don't see sustainability as a field full of restrictions, but as an opportunity for innovation, differentiation and positive growth. We work from an integrated and triple point of view: ecology, economy and buyology. From now on, you will find Stefaan Vandist bloggin on www.studiospark.eu
Below you find an article on behalf of a round table debate I moderated at VOKA, Vlaams-Brabant.
It will be published in the magazine for their members, and you can find it already below. (in Dutch)
Communicatie over duurzaamheid zorgt voor overzicht, inzicht en vooruitzicht
(Stefaan Vandist, Trinity Planning)
Op donderdag 27 mei was de Oude Abdij van Kortenberg het toneel voor enkele rondetafelgesprekken van het MVO-platform van VOKA Vlaams-Brabant.
Eén van de tafels ging over maatschappelijk verantwoorde marketing en communicatie. Blijkbaar leeft er bij heel wat bedrijven de vraag of er over MVO moet gecommuniceerd worden. En indien we met fierheid onze inspanningen delen met de buitenwereld, wat zijn dan de regels? Hoe doen we dat dan op een verstandige manier?
Deelnemers
Rond de tafel zat een gezelschap van divers pluimage wat zou leiden tot een gevarieerd, boeiend (en dus) een iets te kort gesprek:
·Mevr. Ilse Balis, Voka – Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde
·En Stefaan Vandist, zaakvoerder bij Trinity Planning die trachtte het spraakwater van de groep toch enige structuur te geven.
Duurzaamheidsverslaggeving
Een interessante getuigenis kwam van Halina Bletek van ‘De Duurzame Drukker’, die twee weken eerder haar tweede duurzaamheidsverslag mocht voorstellen. Het jaar daarvoor was ‘De Duurzame Drukker’ de eerste KMO (en drukkerij) die onder grote belangstelling van de pers een duurzaamheidsverslag op de wereld bracht. De analogie met een zwangerschap bleek uit haar getuigenis zeer terecht.
Duurzaamheidsverslaggeving is een heel intensief traject. Je komt jezelf tegen en je stelt de juiste vragen bij je rol in de samenleving. In een duurzaamheidsverslag communiceer je immers over alle duurzaamheidsfacetten van je bedrijfsvoering.
Het is een proces dat heel wat zaken die in de dagelijkse routine verborgen blijven aan de oppervlakte brengt. Je weet alle doorslaggevende paramaters te identificeren, kwantificeren, en je legt opportuniteiten bloot om economischer en ecologischer tewerk te gaan. Het proces lijkt dus veel belangrijker dan het uiteindelijke resultaat, het duurzaamheidsverslag zelf.
Strategische keuzes maken
Eenmaal de hele totaliteit van je milieugerelateerde en maatschappelijke impact in kaart staat, is de vraag uiteraard wat je daar als bedrijfsleiding mee gaat doen. Voor heel wat bedrijven blijft de hamvraag welk strategisch belang duurzaamheid heeft voor zijn of haar organisatie. Waar is de milieu-impact het zwaarst? Waar is de urgentie en de druk van je stakeholders het hoogst en waar bevinden zich de krachtigste hefbomen?
Heel veel heeft ook te maken met je ambitie:
·Wil je aan de wetgeving voldoen?
·Wil je besparen op energie, transport en grondstoffen?
·Zie je duurzaamheid als kans om je concurrentiepositie en aantrekkingskracht te versterken? Op de consumentenmarkt? Op de arbeidsmarkt? Beide?
·Of wil je zelfs een leidende rol in je sector opnemen? Net zoals ‘De Duurzame Drukker’ dat doet?
Hoe ambitieuzer, hoe meer je je duurzaamheidstrategie en communicatiestrategie niet meer los van elkaar kan zien. De voorwaarde is dan wel dat je communicatie zeer waarachtig gebeurt. En daar zit een heikel spanningsveld met marketingcommunicatie, want wordt marketingcommunicatie niet ingezet om mensen te verleiden, en gaan we de zaken dan niet automatisch mooier voorstellen dan ze zijn? Je kan het de marketeers en reclamejongens alvast niet kwalijk nemen dat zij zijn opgeleid om dingen op een zo mooi mogelijke manier te vertellen. Daar betalen we ze voor, en ze worden afgerekend op het resultaat ervan.
Greenwashing
De grens tussen waarachtige groene marketing en greenwashing (de zaken groener voorstellen dan ze zijn om zo de consument of de stakeholders te misleiden) is vaag.
Wat we heel veel zien in de marketing arena zijn campagnes die één groene eigenschap of product maximaal uitlichten, en zo de aandacht afleiden van de rest van de werkelijkheid. Ons medialandschap is echter niet meer van gisteren. Dankzij onder andere de kracht van de nieuwe media komt de waarheid vaak sneller dan verwacht aan de oppervlakte.
En zelfs al is je verhaal authentiek, dan nog heb je er alle belang bij dat die geloofwaardig gebracht wordt.
Drie mooie vuistregels om greenwashing te voorkomen zijn:
·Probeer van een duurzaam bedrijf of product niet iets speciaals te maken. Probeer duurzaamheid vooral normaal te maken.
·Zorg dat alles wat je communiceert een reële onderbouw heeft. Zorg dat je overal bewijsmateriaal voor hebt. Zorg dat je wat je zegt kan hardmaken met cijfers.
·En voor mensen die het graag becijferen: wanneer je communicatiekost om de groene boodschap in de wereld te brengen groter is dan je werkelijke duurzame investeringen, dan kan je spreken van greenwashing.
Duurzaamheid als business opportuniteit
Je hoort verschillende redenen waarom duurzaamheid niet meer te negeren valt. Consumenten worden steeds kritischer en weten dat ze via hun winkelkarretje een enorm verschil kunnen maken. Ook op de arbeidsmarkt zou het groene imago van een bedrijf steeds belangrijker worden. Duurzaamheid is een opportuniteit om kosten te besparen en voorsprong te creëren ten aanzien van de competitie, zeker in sectoren waar wetgeving strenger lijkt te worden. Ongeacht waar het zwaartepunt of de opportuniteit zich bevindt, persoonlijk ben ik de gedachte genegen dat duurzaamheid voor voorsprong en volhoudbaarheid zorgt.
Enkele weken na het rondetafelgesprek, zag ik mevrouw Halina Bletek opnieuw. Dit keer als gaste in een panelgesprek van Beco over duurzaamheidrapportage.
Een interessante boutade tijdens dat gesprek was dat duurzaamheidrapportage zorgt voor ‘overzicht, inzicht en uitzicht’. Dat leek me een perfecte titel en besluit voor dit artikel.
Stefaan Vandist is zaakvoerder van Trinity Planning (www.trinity-planning.be), en werkt als communicatiestrateeg gespecialiseerd in duurzame producten.
If BP survives the Oil Spill as a company, what would their best future be?
On of the participants of the afternoon workshop Bastien Wauthoz (geologist and paléontologist) took the challenge, and used the golden circle canvas of Simon Sinek to structure his thoughts and vision. As a good imagineer, his story included many things and came with a good quantity (as always ; - ).
Last week, he did send me his notes by email that are really worth sharing:
belief (the why question)
After the massive spill, we finally started to understand that we should work radically hard developing alternative energy solutions and limit petroleum uses to high value products. Thus our new philosophy is much more congruent with our name "Beyond Petroleum"
Strategy (the how question)
We want now petroleum to be used mainly for its high quality/value uses such as precision oils and chemistry. In order to achieve this we will develop a 5 axis strategy.
1/ Engage into and promote a Fair Trade Petroleum Act for petroleum industries to be more concerned with political, social and environmental issues;
2/ Invest less into prospecting new oil fields and use that saved money to invest into buying top industries and promising patents in renewable energy and in fields consistant with our new R&D philosophy (see 3);
3/ Redirect our R&D into developping high quality/high value uses for petroleum and into developing renewable energy;
4/ Promote hard the high quality/high value uses for petroleum ("Petroleum is too valuable a natural ressource to be burnt in cars")
5/ Lobby renewable energy powered cars to car industries, politicians and related stakeholders.
Measures (the what question)
We provide:
- a true commitment to the Fair Trade Petroleum Act;
- top of the art renewable energy solutions for all applications;
- only high quality uses for petroleum with a real benefit for people and our planet;
- top of the art CO2 capture and transforming solutions
Behind this is a strategy I outlined with cynical reflexions during the presentation (since it was destined to "BP top managers"). Here it is.
The strategy behind this comes from BP realising that as a multinational company it has a role to play into preserving the environment (and thus its market). Today consumption rate of fossil fuel will not permit petroleum industries to last much longer moreoverso if public pressure prevents extraction from oil fields in deep sea and/or protected zones.
A first consequence is that humanity needs new and renewable energies and that these provide a great business opportunity. This is already the case but efforts in that direction must be strengthened. A second consequence is that BP has to value all its tremendous efforts in prospecting and valuing oil fields into new and longer lasting ways.
Thus by promoting renewable energy cars with all its lobbying power while investing to be a leader into these new technologies, BP will ensure its future. By promoting high quality/high value uses of petroleum and investing into transforming most petroleum components into these, BP will value its remaining fields over a longer period of time without losing too much money (smaller market but higher return).
Moreover, lowering extracting rate from oil fields will allow an increase environemental security of the process.
Already some weeks ago, the 20th of May, I was the first to provide a talk on my work in the Pecha Kucha line-up at Hasselt. I chose to be the first so I could enjoy the rest of the show in a relaxed way. And I was really surprised by the quality of the talks. Moste were fresh, very passionate innovative and powerful. Not arty-farty or fluffy.
The most charming talk of the evening was without any doubt Astrid Vyt (the youngest participant) who talks about her own ecodesign brand Bombasj, and how she keeps big memories on big moments like festivals alive.
Then there was Nik of Pantopicon inviting the audience trough a stroll in his hometown Hasselt, igniting people's imagination on how particular things would be in the future.
I also appreciated the talk of Jan Keymis on why to 'go down' instead of going up in architecture. It provided the audience with some amazing images and ideas on how to rethink the way we live.
I also did like Rob Van Ackers view on Africa as a continent with people that are surpisingly resilient towards unplanned events. He argues that the best survival kit is not a set of tools, but the right mentality between your ears.
When it comes to mine, I talked about how to fool the brain for sustainability. The Captain Spock versus Homer Simpson-thing. As you can see, the strickt timing and fast tempo of the format is really killing me again.
These days, we wipe our ass with paper. Nobody challenges this habit, however a large part of the world uses water for his or her personal hygiene. It is a cultural status-quo on this side of the globe. Not for Geberit Aquaclean, who takes on the big challenge of swapping the wiping habit with a wet and refreshing splish-splash. And as it is a campaign that aims for a cultural change, I'm always in the front seat to see wether they will succeed.
This is an outdoor campaign I saw in Amsterdam, past weekend. Interesting. Won't be easy, although I believe there is a potential support for this as they fully claim cleanliness.
What you remember after you forgot the ad is prbably a system loaded with a feeling of real purity.
Enthusiasts and first buyers will say: If you really love your bum, you don't wipe it, you wash it.
The golden circle of Simon Sinek (@simonsinek) is probably the best tool to map the 'business know-why' that I've seen so far. This is the slideshow we used to turn it into an exercise to apply the golden circle to our own individual sustainable entrepreneural projects @recentre, Maastricht (Milk the green cow)
A more complete set of guerilla techniques for 'change agents' will follow soon (ca. 24th of June)
It is true. We're living a cosmopolitan life. A lot of people live disconnected from the countryside, hardly knowing where our food is coming from. Right now, a mass of people in France is heading down to Paris to see how the most mundane of all boulevards, Les Champs-Elysées are transformed into green.
More then 150.000 threes, plants and flowers and 8000 parcels of ground, 300 kilograms each are brought to Paris tonight to build a green, agricultural boulevard. it is the initiative of les Jeunes Agriculteurs (a member based organisation with more then 55000 young farmers) Their objective is to show the world what efforts are needed tot produce the food we eat. Their aim is to establish a dialogue with the public: They both want to express what they do, reconnect with citizens and ask what the general public expects from agriculture in the future.
To my point of view, a positive attitude, experience and conversation starter leading to a positive image. French Farmers go trough difficult times these days, and this big momentum is at least more remarkable and will generate more societal backup then just another strike.
On top of that, (smart again) they connect with the chauvinistic nature of the French, as it is also seen as a 'live exposition' of what rich and broad series of agricultural products France has to offer.
This is a very powerful Ted-talk on how to build succes that I'm very happy to share with those who work in sustainability.
All great, successful and inspiring leaders and organizations communicate in the same pattern. And it is exactly the opposite as everyone else. In this TED-talk, Simon Sinek explains you exactly the basic idea of reversing the order in how we communicate. He supports his view with examples like Apple, the Wright brothers and Martin Luther King.
Some smashing quotations:
- People don't buy what you do, they buy why you do it - The goal is not to do business with everyone who needs what you have, the goal is to do business with people who believe what you believe - If we communicate from the inside out, we talk directly to the part of the brain that controls behavior, and we allow people to rationalize with the tangible things we say and do - People who believe what you believe will take your cause for their own and share your believe with others - We follow those who lead, not for them, but for ourselves
When we match this with cradle-to-cradle for instance, as an example of a very successful philosophy, it makes sense.
It corresponds perfectly with 'not addressing the Captain Spock of our brain (the reflective system of the brain, the homo economicus), but addressing the Homer Simpson of our brain (the automatic system, the homo sapiens). It is the part that is responsible for behavior, routine and decision as discussed in the green box, during the Recentre 'Milk the green cow sessions'. To much time, green marketing addresses the reflective system, powered with rational arguments. Powered with facts and figures, while a why-driven value proposition shares a believe.
And we all know that the market for something to believe in, is endless
Last week, it was the second of three coaching sessions of Recentre (centre for sustainable design) at the AINSI, a remarkable building in Maastricht. There I had the pleasure again to take a very diverse audience trough different techniques and strategies on how to gain ground for sustainable products and services.
I took the participants trough a process stuffed with examples, riddles, kickstart questions and exercises that was all structured by a model that provides a certain logic, so participants can also us it in their own practice.
Here you'll find what I would like to call 'the Green marketing Triangle. A model that starts from the idea that there are always three communication agendas;
the product experience,
the brand belief and
the company credibility.
When you confront these three levels with three strategic families:
Communicate an USP
Share a big ideal
And challenge the status quo
You end up with nine strategic angle points to turn your green alternative into a success. You can use it as the basis for a green marketing brainstorm session, just as we did last Thursday in Maastricht.
You can still subscribe for the next and last session in June; this day will be focused on 'building boardroom buy-in'. To join up, click here
Dat is een discussie die ik de laatste tijd ontzettend veel voer met collega's. And it really makes sense. Er was een tijd dat je al je expertise inzette om een degelijke situatie-analyse te maken, de hele strategische oefening maakte om tot de juiste value proposition te komen, en tenslotte helemaal uiteenzette hoe die kan werken, op welk draagvlak, via welke kanalen, en wat het stappenplan was om dit uit te voeren.
Je deed dit werk grotendeels in een agentschap. Met collega's. En je kwam terug met een rapport. Een presentatie. Je klant zou je feliciteren met het degelijke werk. En je aanbeveling zou in een schuif belanden.
In bovenstaand scenario heb je op een bevlogen manier op de inhoud gewerkt. Buiten de grenzen van je klant. Buiten de relatie tussen je klant en haar klanten.
Wanneer we dieper graven dan enkel 'de communicatiestrategie', is het meer dan ooit belangrijk om een verandering van binnen naar buiten te laten groeien, en niet andersom.
Dan moet je de mensen die de verandering gaan moeten dragen vanaf moment één betrekken.
Op een kleinschalig niveau probeer ik dat ook tijdens mijn lezingen te doen. Ik probeer niet alleen een stukje inhoud over te brengen, maar ook te inspireren met succesvolle voorbeelden die relevant zijn voor de situatie van mijn publiek. Maar daar houdt het niet op.
In iedere voordracht wil ik het publiek ook graag een simpel instrumentje meegeven datze kunnen toepassen in hun eigen dagelijkse praktijk. 'The Seven sins fo Greenwashing', is tot hiertoe blijkbaar nog steeds het meest populaire voorbeeld.
Vrijdag 12 Maart was ik uitgenodigd door de POM Oost-Vlaanderen en tegast op een netwerkmoment van ANSWER, Een Europees platform voor ondernemers en regio's die samenwerken rond duurzaamheid en energie-efficientie.
Daar gingen we nog een stapje verder. Na drie korte presentaties rond greenwashing, groene marketing en nieuwe marketingtechnieken, deelden we het publiek in kleinere groepen om te werken rond enkele realistische cases. Op die manier wisten ze het geleerde ook toe te passen op een organisatie die nauw aansloot bij hun eigen realiteit.
Zo werden den instrumenten, invalshoeken en tips uit de presentatie opeens bruikbaar. En niet meer van mij, maar wel van hen.
Het was voor mij de derde keer om het op die manier aan te pakken, en steeds ben ik ervan versteld hoe verrassend creatief mensen wel zijn, zolang je hen maar de juiste kickstart en instrumenten geeft.
Mensen vragen me soms wat mijn favoriete campagne is. Of wat een heel goed voorbeeld is van nieuwe marketing.
Te vaak wordt er verwezen naar de Iphone. En inderdaad, de Iphone is een heel mooi voorbeeld van hoe de marketing ingebouwd is in het product, en hoe reeds in de ontwikkelingsfase is nagedacht over hoe mensen hun enthousiasme erover kunnen delen. Het zit in het ontwerp, de totaalervaring, de batch-value, de product-servicemodellen. Apple is een religie. Later hierover meer.
Maar goed, die Iphone werkt in haar voorbeeldfunctie ook vaak heel verlammend, gezien niet iedere organisatie actief is in zo'n veelzijdige industrie.
Guillaume Van der Stighelen heeft het in zijn boek "Maak van je merk een held" ook vaak over de vouwfiets Brompton. Hij verklaart het succes aan de hand van een samenspel van drie dingen. Het is een unieke fiets waar mensen graag wat meer voor betalen. Bovendien is ieder vouwmoment een productdemonstratie in de juiste context (in het verkeer), en dit alles speelt een relevante rol in een grote maatschappelijke evolutie (onze zoektocht naar slimme mobiliteitsoplossingen)
Schitterend voorbeeld van nieuwe marketing. De reclame ben je niet gaan kopen in de media. De reclame is deel van de productervaring.
Een Jumbo-campagne
Ik zou graag nog een mooi (en Belgisch!) voorbeeld geven:
Een groot marketingsucces van het afgelopen jaar in België was ongetwijfeld het Kai-Mook-effect op de dierentuin. De manier waarop de geboorte van een olifantje de harten en betrokkenheid van het grote publiek heeft veroverd, is van een ongeziene omvang. Zonder klassieke media. Hier is geen campagne 'verzonnen'. Er is gezocht naar een interessant, bijzonder en emotioneel momentum in het product. In de dierentuin zelf. En dat werd gevonden in de zwangerschap van een olifant. De barrière tussen product en boodschap werd opgeheven. Er is niet alleen een nooit gezien bezoekersaantal (zowel in de Zoo als online tijdens de bevalling) gerealiseerd, maar ook is de juiste perceptie neergezet: De dierentuin is niet enkel een attractiepark, maar heeft ook een belangrijke taak in natuurbescherming en zoölogisch onderzoek. Een interessante evolutie in reclame is die van fictie naar non-fictie
Een campagne die opvalt, is tegenwoordig iets dat echt gebeurt. Het product en de boodschap kennen geen onderscheid meer.
We kunnen er veel van leren. De campagnestructuur was een cascade van verschillende momenten. Naarmate deze op elkaar volgden, werd het succes aan de kassa groter.
De zwangerschap > De naamkeuze > Het geboorteweekend > De babyborrel > Het K-groeiplan (internationaal kweekprogramma) …
De resultaten die gesorteerd worden worden niet meer uitgedrukt in bereik (eyeballs), maar wel in participatie van mensen:
• 8500 mensen hebben tijdens de zwangerschap naamsuggesties gedaan voor de boorling. • 41.000 mensen hebben zich ingeschreven voor website updates • 850.000 unieke bezoekers hebben de website van Kai-Mook bezocht • 560.000 mensen hebben de geboorte live gevolgd online. • 22.000 blogpost zijn verschenen op het internet over Kai-Mook (vooral op fotoblogs) • Het bezoekersaantal tijdens 2009 lag 33% hoger danhet jaar ervoor (ofwel 250.000 bezoekers meer)
Als je kijkt naar de moslimwereld - en niet in ’t Middenoosten dit keer, maar wel in ons eigen landje - dan is er duidelijk iets heel bijzonders aan de gang.
Als ons beeld van de Islam de komende jaren zal wijzigen, dan zal het niet dankzij onze media, onze overheid of ons eigen politiek correct fatsoen zijn, maar wel dankzij een hele generatie Belgische moslima’s die iets willen bereiken. Ze zijn 100% vrouw. Ze zijn scherp van tong en weten heel goed wat ze willen. Ze willen geen scholen boycotten, maar studeren. Ze willen naar de universiteit en daarna een nobele rol bekleden in de samenleving.
Je kan het al een tijdje zien. Je ziet het op TV als er weer eens een debat is over integratie.
Twee maanden per jaar sta ik ‘s avonds les te geven in het volwassenenonderwijs, en daar zie je het heel duidelijk. Je ziet het aan wie gedreven is. Je ziet het aan wie afstudeert.
Precies daarom vond ik het ontzettend onrechtvaardig, maar vooral heel dom toen ik hoorde dat er een hoofdoekenverbod werd aangekondigd in de Antwerpse Athenea. Onrechtvaardig omdat je mensen kwetst, en een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling en identiteit afneemt.
Dom omdat je zogenaamde onderdrukking niet kan oplossen met een ander soort onderdrukking.
Onbegrijpelijk trouwens dat het onder het voorwendsel van ‘emancipatie’ gebeurt. Beste schooldirecteuren, die emancipatie waar jullie blijkbaar zo bezorgd om zijn, die vormt zich momenteel bij de Moslima’s zelf. En die mag je niet fnuiken. Die moet je van binnenuit de kans geven om te groeien. En ja; met hoofddoek.
Want een onderwijsinstelling zou haar leerlingen net moeten klaarmaken voor een toekomst waar culturen steeds dichter bij elkaar komen te staan. Een schooldirectie mag daarom de verschillen niet wegmoffelen, maar ons daar net het goede van laten inzien, en ons daar mee om leren gaan.
In plaats van me er nog langer aan te ergeren, heb ik overleg gepleegd met Olaf en Gertjan, copywriter en art director bij 10 Advertising. We vonden immers dat in een stad van iedereen, je op je kop mag zetten wat je wil.
We namen contact op met de dames van BOEH! (www.baasovereigenhoofd.be), en waren het er snel over eens dat we een positieve en grappige actie moesten ontwikkelen.
Een campagne die op zich groter is dan een ja-nee spelletje. Want dit beperkt zich infeite niet tot de Islam, maar gaat over het recht om met trots je overtuiging en religie te beleven. Het gaat over recht op je persoonlijkheid.
Het is nu uitkijken naar 1 september, een dag waar we hopen dat we met humor zoveel mogelijk publieke opinie kunnen winnen. Laat ons hopen dat humor de absurditeit van het hoofdoekenverbod zal aankaarten voor heel wat mensen. Ik sta zelf in ’t onderwijs, en heb er eigenlijk nooit een moment bij stilgestaan of je nu betere of slechtere schoolresultaten zou boeken met een hoofddoek.
Je kan BOEH steunen. En nee, we vragen geen geld.
Je kan je aansluiten bij de Facebook groep “Ik zet op mijn kop wat ik wil”, en die vind je hier.
Je kan iets op je kop zetten, kom ermee op de foto en voorzie er je profiel mee. Maar liefst hebben we natuurlijk dat je op 1 september afzakt naar de Rooseveltplaats, en mee komt tonen dat ook jij op je kop zet wat je wil.
Om te antwoorden op de vraag om religie toe te passen op een duurzaam product of merk, hieronder een oefening om de receptuur toe te passen op een merk van zonnepanelen.
Eerst en vooral moeten klanten met zonnepanelen dit via een bepaald teken of symbool kunnen uiten. Een herkenbaar paneeltje aan de deurbel wijst erop dat de bewoner (of het gehuisveste bedrijf) deel uitmaakt van de zonne-community van dat merk. Wat op zich ook goeie reclame betekent. Het brengt immers het juiste verhaal op gang als gasten aanbellen. En is mond-aan-mond-reclame niet de beste reclame? Daarna zouden de gasten bij het aperitief met bewondering kunnen kijken naar een hip meettoestelletje in I-pod design op de salontafel.
Het zonne-energiebedrijf kan in haar reclame-campagnes het zonnetijdperk aankondigen en in schil contrast met het ‘passé’-tijdperk van fossiele brandstoffen stellen. Zo creeërt ze niet alleen zichzelf, maar ook haar vijand. De vijand wordt zowaar ontmaskerd als een monster dat de mensheid al jaren onfair behandeld heeft. Zo hebben klanten een goed gevoel over zichzelf, voelen ze zich superieur en in verbondenheid met het merk ten opzichte van ongelovigen.
Want net zoals een religie hoort een merk te communiceren vanuit een sterke wereldvisie. Ze moet een formule aanreiken hoe u en ik kunnen toetreden en toewijden. Het merk heeft ook concrete zaken te vertellen: bijvoorbeeld hoeveel kilowatt-uur, hoeveel vierkante kilometer of hoeveel daken er nodig zijn om onze hele wereld te voorzien van zonne-energie.
Een belangrijk evangelie om gelovigen te winnen is de terugverdien- of investeringsformule. Dit overtuigend rekensommetje is de doctrine die voor de consument de bevrijding van hun aloude elektriciteitsleverancier inluidt. Dit evangelie moet goed vormgegeven zijn, want het stelt gelovigen in staat om andere gelovigen voor het ideeëngoed te winnen.
Het merk moet er voor zorgen dat zich dagelijks een interessant ritueel bij de klanten voordoet. Dat mensen op hun hippe meettoestel kijken hoeveel ze produceren en consumeren en zo iedere dag opnieuw hun geloof in duurzaamheid bevestigd zien.
Ik kan nog een tijdje doorgaan, maar voeg tot slot een bijkomende, heel sterke analogie met religie toe. Het merk van zonnepanelen creëert best gewijde plaatsen. Ze zou ze het dak van bekende en zichtbare gebouwen een kroonlijst met zonnepanelen moeten geven. Of wat dacht u van gekende voetbalstations? Zo zal het merk in het stadsbeeld op monumentale wijze aanwezig zijn. Mensen zullen omhoog kijken. Het merk wordt een religieuze grandeur aangemeten.
This new documentary, Food Inc, coming out this summer that exposes some of the realities behind food production. It's interesting that Stonyfield Farm, who's founder features in the film is getting so involved in promoting the movie. It's on the company's website and I am sure we will see it on its yoghurt cartons soon.
Anyway, a first point in the strategy that I appreciate: This is no advertising. Advertising is what the food industry is doing.
They create something that is interesting (a movie), not something that interrups the movie. On top of that, the movie provides a 'body of knowledge' that:
- provokes competition
- builds opinion that is attractive to adopt and share
Powerful movie on the credit crisis. Powerful because it quickly supplies the essence of a complex situation to the uninitiated and unfamiliar. Lot's to learn from this when it comes to providing 'bodies of knowledge' as strategy to create opinion and ownable territory.